“Nu begint het éhécht”

Hoe dikwijls ik mijn kinderen dat zinnetje vroeger niet heb horen zeggen als ze samen met vriendjes een dansje of een toneeltje in elkaar hadden geprutst, uren hadden geoefend en dan stonden te trappelen van ongeduld om het te laten zien! Meestal duurde zo’n toneeltje erg lang! Meestal had je net op dat moment allerlei andere noodzakelijke huishoudelijke beslommeringen aan je hoofd of in je handen. De creativiteit van je kroost kon je toch niet negeren! “En nu begint het éhécht”, klonk het dan dreigend waarop je prompt op een te klein krukje gedrukt werd, liet vallen wat je in je handen had en keek naar hun grote kinderkunsten. En je lachte, je vergat je huishoudelijke beslommeringen, en je was blij en trots, natuurlijk!

Het kleine grut van vandaag zit voor de tweede dag op rij weer in de klas. Voor het grote grut hier begint het nu éhécht. Acteurs, regisseur en dramaturge, zitten op de 10de verdieping te zwoegen en te zweten, te schrijven en te schrappen. De zaak van de dieren tegen de mensen staat in de steigers.

Kinderen euh??

De coproductie met HETGEVOLG in Turnhout, Kleine Koning December, heeft zijn eerste lezing gehad. Gisteren zaten we daar in de stille Kempen rond de tafel en mochten we genieten van de warme stem van Vic De Wachter. Hij zal over een paar weken dit verhaal spelen/ vertellen/ uitbeelden hier in HETPALEIS in de Kleine zaal. Hij sprak zijn onzekerheid uit over ‘het werken voor kinderen’. Hij had dit nog nooit gedaan, zei hij. Niks beter dan ‘onzekerheid’ denk ik na zijn woorden stilletjes bij mezelf, want dan is er plaats en ruimte voor discussie, voor zoeken, voor nieuw en anders, niks lastiger dan mensen die vinden dat ze het allemaal wel weten of mensen die vinden van … mij moet je niks meer vertellen, ik doe dit al jaaaaren! Lang leve de twijfel meneer De Wachter.

Hongèèèr!

Zoals De zaak van de dieren tegen de mensen in de steigers staat, zo hangt Kleine Koning December nog in de touwen. Tegelijkertijd zoekt Romeo zijn Julia en Julia haar Romeo op het podium van de Grote zaal. Eind deze week vinden ze elkaar en als je wil kan je daarbij zijn! Kortom, de kantine is goed gevuld elke middag. Al die hongerige theatermonden moeten gevuld en gevoed. Daarvoor zorgt Pirre, onze huiskok, waar heel de theaterwereld jaloers op is! En zijn engelbewaarder Natalie zorgt ervoor dat iedereen zijn dagschotel krijgt.

Cultuur te koop?

Zondag liep half Antwerpen te slenteren over de Groenplaats en de Grote Markt. Iedereen grabbelde folders, boekjes, flyers en ballonnen mee. Kinderen trokken aan de mouw van ma of pa gebiologeerd door lawaai, muziek, kleur, beweging overal. Alles schreeuwde om aandacht en wie het hardst riep was de winnaar. Elk jaar weer bekruipt mij de twijfel over het nut van dit evenement. Het voelt zo goedkoop om daar te staan leuren met flyers en foldertjes. De bedoeling is om mensen aan te spreken en te informeren over wat er in ons huis gebeurt. En dat wil ik graag doen, daarvoor voel ik me echt niet te goed. Maar mensen die over de markt lopen willen alleen maar “hebben” en “graaien”! Mensen die daar lopen zoeken een activiteit om de zondag door te komen! Als je al iets kunt vertellen, dan moet het snel, want een jengelend kind, of een opkomende regenbui bepalen hoeveel tijd je krijgt voor je theaterverhaal. Je roept boven het lawaai uit en na een paar uur denk je toch: waarom doen we dit?? De stad en zijn inwoners moeten weten dat je bestaat? Ze mogen weten dat je je brood verdient met iets wat hart en ziel van een mens kan beroeren ? Daarom doen we dit? Theatermensen weten toch al via het bekijken van de site, via media als krant en tv, wat we te bieden hebben? Of zouden er toch een paar zijn die zeggen: tjien, tjien … daar wil ik wel eens naartoe met of zonder (klein) kind. Dan hebben we de voorbije zondag toch een paar zieltjes gewonnen … hoop ik.