“De voorstelling gaat over de schoonheid van het alledaagse.”

een gesprek met Benjamin Boutreur – 25 maart 2015

Hoe ben je bij ‘het gaat over’ betrokken geraakt?

Benjamin: Al een tijd terug hadden Lucas en ik het erover dat we graag iets samen wilden maken. Lucas is echt een woordmens en ik ben gefascineerd door hoe je woord en muziek kan samenbrengen, hoe die twee kunnen versmelten met elkaar. Dat vond hij ook interessant. We hadden het idee om samen iets te maken rond dichters en woordkunstenaars. Dat is er echter niet van gekomen. Het ironische is dat hij mij nu gevraagd heeft voor een voorstelling waarin haast niet gesproken wordt. Grappig hoe dat kan lopen.

Wat sprak je aan in deze voorstelling?

Benjamin: Ik hou van de abstractie van ‘het gaat over’, omdat je daardoor enorm veel vrijheid krijgt voor een eigen interpretatie. Tegelijkertijd laat die abstractie ook veel ruimte voor de muziek. Die krijgt een belangrijke rol. Daarnaast hou ik van het avontuur van de voorstelling. Het is een fijne trip, iets helemaal anders dan hetgeen je gewoon bent. Dat is een uitdaging als maker en spannend als kijker. Ik denk niet dat ik al een voorstelling gezien heb die lijkt op ‘het gaat over’. Het feit alleen al dat het enkel kinderen en ouderen zijn, was voor mij genoeg om toe te happen. Ook de thematiek van de voorstelling overtuigde me. Het gaat over het gewone: er is geen grote dramatiek, maar wel de schoonheid van het alledaagse. De voorstelling toont hoe het leven is, de echtheid ervan. Het leven is er en het gaat over. Meer is er eigenlijk niet. Ik vind het boeiend om de schoonheid van het gewone te laten zien.

Welke rol heeft de muziek in ‘het gaat over’?

Benjamin: De muziek is het landschap waartegen alles zich afspeelt. Het is de tijd, de achtergrond waartegen alles zich voltrekt. In de compositie is er een constante pulse te horen. Daardoor benadrukt de muziek de tijd en geeft ze die tegelijkertijd weer. Daarnaast suggereert de muziek een betekenis. Door de abstractie is die betekenis echter nooit eenduidig. Je weet nooit precies wat het is of waarover het gaat. Is het iets leuk of is het niet leuk? Het is interessant om die tegenstelling op te zoeken: dat je in beelden heftige dingen ziet terwijl je in de muziek een andere kleur krijgt.

Welk soort compositie is het geworden? Welk soort genre is het?

Benjamin: Het is een collage geworden van materiaal uit verschillende bronnen. De basis van de muziek is dezelfde als de basis van de spelers: het stappen. Gedurende de hele voorstelling wordt er gestapt. Er wordt van het stappen vertrokken in de muziek er wordt ook telkens naar teruggekeerd. Ik wilde dat je die stappen zou horen, dat die een kleur en karakter zouden krijgen. Daarom ben ik begonnen met het opnemen van stappen op verschillende ondergronden. Dat gebeurde voornamelijk in de Ardennen waar ik op zand, grind, bruggen … ben gaan wandelen, maar ook in mijn eigen keuken of gewoon op straat. Bovendien wilde ik ook het alledaagse binnenbrengen, het hier en nu, het gewone leven. Het geheel moest iets ruws hebben, iets rauw, zodat je niet het gevoel hebt dat je naar een sprookje aan het kijken bent. Je kijkt naar iets heel echts. Het gaat over het hier en nu, over hoe het leven is. Dat wou ik met de muziek binnenbrengen. Een tweede laag bestaat uit een soort compositie van heel diverse en uiteenlopende muziek die ik bewerkt heb. Een derde laag zijn flarden muziek die werden opgenomen tijdens het maakproces. Zo wordt eigenlijk een soort ‘making of’ in de uiteindelijke compositie verwerkt. Daarmee haal je ook een stuk van het verleden naar het hier en nu. Ten slotte is er nog een vierde laag. Dat is de live muziek die door de drie mannen wordt gespeeld. Ik heb gekeken naar wat de mannen allemaal kunnen en wat ze graag doen. Daardoor zitten ze deels in hun comfort zone. Daarnaast wilde ik hen ook in een voor hen ongewone context plaatsen, in meer abstracte dingen. Alles bij elkaar heb je dus een veelgelaagde collage van heel verschillende elementen.

De flarden waarover je spreekt zijn opnames van de kinderen of de ouderen die zingen, een instrument spelen ... Hoe heb je die verschillende talenten geselecteerd en gebundeld?

Benjamin: Ik was niet op zoek naar kinderen die iets specifieks moesten kunnen omdat dat de essentie niet is. We hebben vooral de tijd genomen om iedereen te leren kennen. De dingen die daaruit voortkwamen en die grappig, leuk of verassend waren heb ik meegenomen, los van het feit of dat muzikaal goed was.

Is dit de eerste keer dat je met kinderen en ouderen als spelers werkt? Hoe was dat?

Benjamin: Dit was inderdaad de eerste keer dat ik met kinderen en ouderen heb gewerkt. Ik vond het ongelofelijk! Ik zou het in de toekomst graag nog doen. Dat het geen professionelen waren, vond ik een fijne verrassing. We zijn vooral vertrokken vanuit de ontmoeting met de mensen. Hun persoonlijkheden staan centraal en maken de voorstelling mee tot wat ze is.