Er was een gesprek over een theaterkoffer, hoe die in elkaar zit, hoe je dat aanpakt in de klas.

Er was een gesprek over theatervoorbereidingen, over hoe je een traject uit kan bouwen op een school, waar en bij wie begin je je gesprek op een school hierover.

Er was een gesprek met een stagiaire. Als je een paar maanden hetzelfde bureau deelt en dus ook het wel en wee van elke dag, word je collega’s. En soms heb je het geluk dat die ‘collega’ jong, enthousiast, wijs en slim is. Het is fijn om je ervaring te kunnen delen. Het is een voorrecht om, door al de vragen die zij stelt, en door de antwoorden die je daarop formuleert, terug helder na te denken over je eigen vak, je eigen werkterrein, over de essentie van je werk. Voor je het weet ligt er een laagje stof op je intenties en je bedoelingen. Maar dankzij een onverwacht gesprek kijk je even terug diep in je ziel en in je hoofd en weet je weer waarom je dit werk doet.

Er staat een paard in de gang, een wit paard! Het paard stapt in de lift en zweeft naar de 2de verdieping. Daar staat een vreemde man op hem te wachten. Hij heeft een lange witte baard en een wit kleed aan, in zijn rechterhand heeft hij een staf vast! Wie zou dat kunnen zijn? Zou er iets speciaals gebeuren volgende week??

Er was een repetitie van Het vertrek van de mier. Nadien voelde ik kriebels van spelplezier in mijn lijf en een groeiende nieuwsgierigheid naar de uiteindelijke voorstelling, een voorstelling waarin een neushoorn, een sluipwesp, een kikker, een vlinder en een beer, naast nog een heleboel andere dieren, hun beste pootje zullen voorzetten.

Er was een lezing over tijd, stil de tijd, rustig aan, minder werken, meer dromen, meer fantaseren en verbeelden … stop die klok! Joke J. Hermsen legde glashelder uit hoe zij Chronos en Kairos een plaats geeft in het leven. Met grote oren zat het publiek naar deze grande dame te luisteren in de mooi ruimte van Het steen. Ik ben, zonder op mijn horloge te kijken, met een hoofd vol rustige gedachten en goeie voornemens, naar huis gereden!

Er was een studiedag. Een studiedag over ‘uitvalpreventie’, met andere woorden; hoe krijgen we uitgebluste, niet gemotiveerde jongeren terug in de maatschappij, terug in de klas, terug op het werk, terug op een begaanbaar pad? Hoe communiceer je met hen? Hoe pak je hun problemen aan? Ook na deze dag ben ik, zonder op mijn horloge te kijken, met een hoofd vol rustige gedachten en goeie voornemens, naar huis gereden. Ik deed en doe mijn pet af voor het jonge volk dat daar rondliep, voor de jonge man bij wie ik een sessie mocht volgen. Zoveel rust, vertrouwen, kennis, motivatie, energie en hoop! Als je dit maatschappelijk werk op je schouders neemt, kun je geen ‘half’ werk doen, je doet dit voor 100%, of je doet dit niet. En dat was de rede denk ik, dat die dag mij vulde met warmte en vertrouwen. Want die 110%, die voel je, bij iedereen waarmee je in gesprek hebt. Die dag verstevigt mijn voornemen om niet toe te geven aan destructieve reacties op ‘ lastige’ jongeren in de theaterzaal, het verstevigt mijn voornemen om telkens opnieuw de deuren van beider partijen ( theatermakers en publiek) open te blijven zetten. Ik blijf proberen om theatermakers te laten kennis maken met een publiek voor wie theater geen vanzelfsprekendheid is, dat publiek heeft nood aan opstappen en begrip. Niemand kan het alleen. Dat was één van de belangrijkste conclusies van die studiedag: niemand kan het alleen, we doen het samen!