Wat maakt een dag fijn? Niet meer zo keikoud en een meer dan warm welkom op de school. De school waar we op bezoek waren moest verhuizen naar een oud klooster. Iedereen, leerkrachten, kinderen, vrijwilligers hadden geholpen om dit nieuwe nest in te richten met als doel dat iedereen zich hier thuis voelt en hier mag en kan leren waar hij recht op heeft. Een gigantisch geslaagd verhuisproject, een energieke bende, een toekomst die lacht, een mix van kinderen waarin we onze maatschappij herkennen. Mijn hart zong: het kan dus wel, het kan dus wel, het kan, het kan lukken, we kunnen het samen …. Motivatie stroomt door je lijf.

De bus staat al heel vroeg voor de schooldeuren. Ik heb me door het drukke verkeer geworsteld, Kennedytunnel incluis, en stap een beetje murw de school binnen. Het warme welkom, het enthousiasme van de juf, de leuke kinderen, de gezellige en rustige omgang met elkaar, het doet mijn verhitte verkeershoofd zo’n deugd . De walvisbus vertelt zijn verhaal. Na de eerste voorstelling voor kleuters van een jaar of vijf, loop ik terug naar de klas naast Joeri en Lennart. De ene stapt een beetje wijs, met zijn beide handen in zijn zakken, als een echte vent. De andere wandelt even rustig ernaast met de handen op de rug. Ik zag hen over 80 jaar nog zo samen over straat open … Het hele verhaal in de bus gaat over “alsof”, dit moet je even weten om het gesprekje van Joeri en lennert te kunnen volgen, alsof je kan zwemmen, alsof je bang bent enzovoort.

Joeri: “Dat was wel leuk in de bus hé Lennert? Lennert: “ja hoor, ik vond het heel leuk” Ze wandelen in stilte verder. Joeri weer: “Maar waarom was dat eigenlijk allemaal “alsof”??? Lennert: “ Geen idee!”