Na weken repeteren in de repetitiezaal zijn dit nu de eerste dagen op het grote podium. Dat brengt altijd een portie chaos met zich mee. De lichtontwerper is aan het zoeken naar het juiste beeld. Rekwisieten zijn nog niet volledig en worden aangepast. Kostuums zijn nog onderhevig aan veranderingen. Geluid moet afgesteld ( en dat is niet min in deze productie waarin muzikanten heen en weer rennen van het midden van het podium naar hun instrument en omgekeerd). De timing en het ritme zijn helemaal anders op de grote scene. Zolang de stress er nog niet is van ‘morgen zit er publiek in de zaal’, is dit een heel gezellig moment, voor een buitenstaander als ik toch. Maar heel vermoeiend voor de spelers. Telkens opnieuw beginnen, een beetje meer zus, een beetje vlugger zo, nu dit stuk even helemaal achter elkaar dan gaan we pas verder, dit slaan we over want dat rekwisiet is nog niet klaar en zo verder. Ik zit me in de donkere zaal te verheugen want ik voel met mijn ervaren grote teen dat het de volgende weken feest gaat zijn ons grote theaterhuis. Het mag vriezen, het mag sneeuwen, het is hier dat de kachel brandt. Zet de verwarming thuis maar af, trek de deur voor een paar uur achter je dicht en kom je verwarmen in HETPALEIS: WIEJOOW zingt, WIEJOOW klinkt.