De kinderen van het Stuivenbergplein druppelden binnen voor de try out van wiejoow. Terwijl wij, volwassenen, lachen om iets wat gebeurt op het podium, zitten de 9 jarigen ernstig en onderzoekend te kijken en vragen ze zich af hoe dit of dat in elkaar zit en waarom de spelers dit of dat zo doen. Het is raar en tegelijkertijd ook spannend voor hen. Af en toe rollen ze achterover op hun stoel van het lachen, terwijl wij dan weer rustig toekijken.
Qua humor zitten kinderen en volwassenen dikwijls op een ander spoor. Door dit samen te beleven tussen de kinderen in de zaal, kan je enorm genieten van hun spontane, onbekommerde vrolijkheid. Wanneer er gekust wordt op het podium, brult de hele zaal: ééééék, vieieieiesn, baaaah! Dat is een vast gegeven. Hun uitgesproken anti-kus mening stimuleert een babbel hierover na de try out: vinden jullie kussen vies? Jaaaaaa! Waarom dan? Geen antwoord, enkel wat onhandig gegrinnik. Ik verder: Als je iemand lief vindt geef je die toch een kus … en dat is dan toch niet vies? Het antwoord blijft hangen in gekreun en elkaar aanstoten en gezichten trekken die me vertellen dat kussen vies is amen en uit! Daar moet niet over gediscussieerd worden! Maar dat is buiten deze ene kerel gerekend. Hij steekt zijn hand op, wringt zich naar voor, kijk me recht in mijn ogen en legt de volgende verklaring af : ik weet het, ik weet het … wij vinden da nu vies omda wij nog klein zijn, maar later als wij groot zijn gaan wij da zelf doen! In zijn ogen glansden lichtjes die me vertelden dat hij daar eigenlijk nu al een beetje zin in had … Doe dit antwoord maar in een pakje en leg het zachtjes onder je kerstboom.