Geert De Wit studeerde fotografie en speelde als jive bassist bij verschillende rockgroepjes. Vanaf 1982 ging hij aan de slag bij onder andere Kopspel, Stekelbees en Pantarei. In de periode 1985-1989 was De Wit vooral bezig met multimediale totaalgebeurtenissen als de Drôle-O-Drôme, Fabrik 88, Metro 89 en Black Box. Vanaf 1989 werkte hij als duivel-doet-al bij Herwig De Weerdt (Tafelschuimer, De Eerste Held, De Roos van Cerzeto, Schumann 360°, De dag dat de hemel neerstortte), Didier de Neck (La Belle Soror, Pension pour Chiens), Guido Belcanto (La Comédie Humaine), Dirk Brossé (Artesia, The Birth of Music), Geert Hautekiet (Dorst, De Held), Rudi Genbrugge (Soma), Chiel van Berkel (De Uitspreker), Bart Voet en Esmé Bos (Duveltjeskermis, Tres Tigres Tristes), Trio Aura (Het Eerste concert, versie 1 en 2), W.A.C.K.O. (Black Space, The Return of Dyonisius, Hotel Quid Pro Quo), De Alpenzusjes (de Alpenzusjes, Shit Happens) en Off the Record. Geert De Wit verzorgde het geluid bij de HETPALEISproducties Feesten (1999-2000), De Vikingen (2000-2001) en Lodewijk, de Koningspinguïn (2003-2004), Water, lucht, aarde en vuur (2004-2005), Nachtmuziek (2008) en Waar is het feest? (2010 -2011) van Sam Vloemans, bij Pieter Embrechts (Qu’on Sert Théatral), Podium Modern (TV versus Artist, Telly & Mona, Trio Solo), Flat Earth Society (Armstrong Mutations) en werkte tevens als geluidsman bij De Roma. Verder mixt en maakt hij cd-opnames voor veel van de hierboven genoemde artiesten.