Wat een sadiste.
Ik ben hier aan het verdorsten.
Ze wil mij zelfs geen water geven.
Alles is hier zo rood.
Rood – klaar om op groen te springen.
Een feest in een appartement in de stad. Na afloop krijgt de gastvrouw een ongenode jonge vrouw niet meer buiten. Het komt bijna tot een gevecht, het begin van een onthutsende confrontatie. Tijdens gesprekken met de gasten is de jonge vrouw allerlei details over de gastvrouw en haar vrienden te weten gekomen en daar pakt ze nu mee uit. Zelf zit ze met een schorpioenennest in haar hoofd, van alles op haar maag en lever waarover ze maar niet kan zwijgen.
Twee vrouwen. De ene bijna dertig, de ander vijftig. Ze spiegelen zich aan elkaar, maar verschillen door de plek op hun tijdslijn waar ze zich bevinden: de ene kijkt resoluut vooruit, de ander blikt al om.
Gaandeweg komen hun levensverhalen bloot te liggen, de redenen van hun ontwrichting, hun onvermogen, hun diepe pijn, hun angst voor de leegte, maar ze voelen tevens een wilde woede en agressie. Door het kinderlijke na-apen van de mannen in hun leven, zoeken ze samen wegen om zich te bevrijden van hun lasten. Ze verenigen zich om hun opgelopen wonden te genezen.
Net als Altijd Prijs een duet, maar dan anders …
Het duo Wine Dierickx (Wunderbaum, NTGent) en Marijke Pinoy (Compagnie Cecilia) schitterde eerder al in Yerma vraagt een toefeling en Mouchette. Deze keer werken de twee met een tekst en in een regie van meesterverteller Arne Sierens (Compagnie Cecilia).