Bernard Dewulf kijkt in zijn boek Kleine dagen naar zijn dagelijkse omgeving. Hij ziet zijn huis, zijn vrouw, zijn kinderen, zijn tuin, het licht – een kleine wereld waarin soms grootse dingen gebeuren. Zo ontstaat stukje bij beetje een kroniek van het gewone. Hoofdtonen in deze kroniek zijn verwondering en melancholie.
In de theatrale lezing Kleine dagen zit de schrijver alleen op het toneel en geeft hij een stem aan zijn tedere verhalen. Zijn stem wordt vergezeld, tegengewerkt en versterkt door videobeelden van Ilke De Vries en tekeningen van Marc Raes. De korte filmpjes schuren en scharnieren de situaties waarover Dewulf vertelt. Zo krijgen de verwondering en de weemoed van zijn teksten drie gezichten: woord, geluid en beeld.