Voor A Street Concert ga je op zoek naar de verhalen van de bewoners van de Turnhoutsebaan, een iconische straat in Borgerhout. Wou je op reis gaan in je eigen buurt?

Bewoners is eigenlijk niet het juiste woord. Het zijn mensen die je daar kan tegenkomen, dat kunnen evengoed gewoon passanten zijn. Er zitten mensen tussen die heel hun leven in Borgerhout hebben gewoond en anderen die we letterlijk ontmoetten zoals het meisje Naisula Lepariyo, in ‘The ebony hair salon’. Voor de reeks Turnhoutsebaan, de wereld in één straat in Gazet van Antwerpen maakte ik vijfendertig reportages over spontane ontmoetingen met mensen op de baan. Die reeks was voor mij een beetje een voorstudie voor onze voorstelling.

De Turnhoutsebaan was ooit een belangrijke centrale winkelstraat die kon tippen aan de Meir. Op een bepaald moment hebben verloedering en verval de bovenhand genomen.

Ik gebruik graag het beeld dat elke stad uit twee steden bestaat. Er is ‘de wereld van de stad’, de blinkende kant met de mooie musea, chique restaurants en toeristische trekpleisters; de plekken waar mensen die Antwerpen bezoeken spontaan naartoe gaan. Anderzijds heb je ook ‘de stad van de wereld’, de plekken waar mensen van over heel de wereld te vinden zijn en misschien de minder fraaie kant van de stad. Borgerhout behoort daar eigenlijk voor een deel ook bij. Je ziet het al als je vanaf het centraal station het Astridplein opwandelt. Je kan naar links, de mooie Keizerlei op richting de Groenplaats, of je kan de andere kant op, langs de Carnotstraat, waar het fietspad na tweehonderd meter stopt alsof je het vanaf hier maar zelf moet oplossen.

Binnen het Nederlandstalige cultuur- en medialandschap ben je een gekend gezicht maar op de Turnhoutsebaan ligt dat misschien anders. Was het makkelijk om het vertrouwen van de mensen te winnen?

Ze kennen me wel in Borgerhout. Lang geleden, voor het tienjarig bestaan van de Roma, heb ik een bewerking gemaakt van *In the Neighborhood van Tom Waits. Dat is dan Hier in Borgerhout geworden. Daar kwam zoveel reactie op dat ik het ben blijven spelen en vorig jaar hebben we het, net na de aanslagen in Parijs, als single uitgebracht. Er heerste toen veel argwaan tegenover de moslimgemeenschap. Daarom leek het ons goed om een liedje met veel humor op de mensen los te laten. Het nummer werd positief ontvangen en ik word er nog steeds op aangesproken, ook door mensen van de Turnhoutsebaan.

In de voorstelling worden een reeks portretten van mensen die op en rond de Turnhoutstebaan leven getoond. Voor elk van deze mensen schreef je een portretsong op maat. Zijn er verhalen die je in het bijzonder hebben aangegrepen?

Meerdere verhalen hebben mij aangegrepen. Voor de voorstudie die ik voor Gazet van Antwerpen heb gemaakt, bezocht ik de OKAN-klas voor anderstalige nieuwkomers op de Turnhoutsebaan. Alles wat in de wereld brandt, kom je tegen in zo’n klas. Ook erg mooi is het verhaal van Paul Corluy, de man die vanaf 1952 de projector van Cinema Roma bediende en vierendertig Antwerpse cinemazalen onderhield als technieker. Hij nodigde me een jaar geleden uit bij hem thuis. Dat lukte toen niet meteen. Toen ik opnieuw contact opnam, bleek hij gestorven. De familie vond het een mooi idee om bij wijze van eerbetoon het portret toch af te maken en ik ben erg blij dat we het hebben gedaan. Of het verhaal van Imat Boyadi, een jongen van Marokkaanse origine, die fantastisch kan rappen maar stopte met muziek en free martial arts fighter is geworden. Voor A Street Concert wou hij toch nog één keer een rap schrijven over zijn leven, over zijn verleden als boefje en over hoe hij dat soort leven niet meer wil. En de Keniaanse studente Naisula Lepariyo die haar stam, de Masai, verliet om te kunnen studeren, onder meer hier aan de Universiteit van Antwerpen. Allemaal straffe verhalen.