Gert Jochems studeerde eerst Germaanse filologie en ging vervolgens naar het Conservatorium van Antwerpen onder leiding van Dora van der Groen. Hij speelde van 1997 tot 1999 bij Blauw Vier (onder andere in “Napolejong”, “De Karamazovs” en “Cantecleir”). Daarna was hij te zien in “Hotel quid pro quo” (Het Toneelhuis/W.A.C.K.O.), “De nachtegaal en ander verzinsels” (De Vlaamse Opera), “Morf” (CC De Spil/ De Werf), “Aààrgh!!” (Speelteater Gent); “Lieg liefje lieg” (KOPERGIETERY), “Waaiendijk” (Theater Antigone/Martha!Tentatief), “Love in Babylon” en “MacBeth” (allebei FroeFroe), “MaanDag” (Pantalone/Blauwe Engel), “Barabbas” (Malpertuis) en “Apocalypso” (Abattoir Fermé). Voor het Brugse kunstencentrum De Werf maakte hij “De zonen van Zurg” en “Brand”, en bij theatergezelschap luxemburg was hij te zien in “De Gans en zijn Broer” en “Baardvrouwen”. Gert Jochems speelt vaak in voorstellingen van theatergezelschap Laika. Hij speelde er onder meer in “Peer” en “Watou” (allebei coproducties met BonteHond), “De Twaalfde Nacht” (coproductie Ro Theater), “Het Gevecht van de Vocht”, “Tot in de Woestijn”, “Suikerspin” (coproductie met Theaterfestival Boulevard), “Misdaad en Straf” (samenwerking met De Studio) en “Cowboys huilen niet”. In HETPALEIS was Gert Jochems voor het eerst te zien in “Soepkinders” en “De idioot” (beide in coproductie met Laika). Later speelde hij nog in de HETPALEISproducties “Alleman”, “KLOVJOE” (coproductie met Blauwe Engel), “Kleine Sofie”(coproductie met FroeFroe en Laika) en “DAGDAG”.