Louis van der Waal studeerde in 2003 af aan Herman Teirlinck Instituut, optie kleinkunst. Daarna was hij zowel werkzaam in Nederland als Vlaanderen. Vlak na zijn studie speelde hij in Vlaanderen mee in verschillende Het Toneelhuisproducties zoals "Dood van een handelsreiziger", "Jachtkamp", "Strindberg" en "Gollygosh no! ", "Gerucht" en "Hout". Daarnaast maakte en speelde hij bij Eisbär: "Always cry at endings" en "Collateral Damage". Bij Theater Antigone was hij als acteur te zien in "The Golden Boy", geregisseerd door Sarah Moermans met wie hij in Nederland veel samenwerkte: in "Roostatoo, Zieke zielen" (Veenfabriek), "Alleen in je wereld" (Productiehuis Rotterdam), "Darling your Free" (Generale Oost) en "There are people dying...". Hij speelde in Nederland ook bij Theater Branoul (Den Haag), Lantaren/Venster (Rotterdam) en De Warme Winkel (Frascati/Gasthuis in Amsterdam), het Noord Nederlands Toneel (“Crashtest Ibsen”) en Productiehuis Rotterdam (“Figaro Desire Machine”). Bij Muziektheater Transparant speelde hij met Josse De Pauw en Dirk Roofthoofd in “Escorial”. Hij richtte in 2007 samen met Kyoko Scholiers en Maarten Westra Hoekzema het gezelschap unm op en maakt de voorstellingen: "Bye bye Buchenwald" (2007), "Tussen Hond en Wolf" (voor Zomer van Antwerpen 2009) en “The house that built us” (voor Zomer van Antwerpen 2012). Bij HETPALEIS speelde hij mee in de jongerenvoorstelling "Aleksej" en speelt hij in "Heksie". Tot februari 2014 is hij te zien als Hippolytus in "Phaedra" van Theater Zuidpool. Van der Waal is ook actief als zanger met een eigen repertoire.